Hardlopen

10 mei 2023, 12:18 Column
Caspers Comeback
Caspers Comeback

Haal die hand maar uit de zak chips en nee, dat koekje mag je ook laten liggen. Tijd voor de oudste sport ter wereld: hardlopen. Een mate van discipline waar geen balgevoel of talent voor nodig is en waar je geen dure aankoop voor hoeft te doen. Gewoon van de bank af rollen, jezelf in een polyester tenuetje hijsen en twee sneakers onder binden en je bent zowaar een sporter. Maar ik ga even eerlijk zijn; ik houd eigenlijk niet zo van hardlopen.

Toch geef ik me ieder jaar weer op voor een renwedstrijd in Horst: ‘Rundje um ut hundje’. Wat vrij vertaald ‘rondje om het hondje’ betekent. Al had de naam ‘Hexagon um de kapsalon’ de lading ook aardig gedekt. Terwijl ik me naar de start begeef, zie ik het leger van polyester poppetjes met vier melkflessen als ledematen - het is immers pas april - al staan. Ik wurm me een weg naar voren. Na het startschot begin ik natuurlijk veel te snel. Na een paar kilometer voelt het groepje waarmee ik ren als onbereikbare topsporters. “Ik kan ze niet meer bijhouden.” Maar dan komt de onverzettelijkheid opzetten. Ik bijt mij spreekwoordelijk vast in de loper voor mij en laat hem niet meer los. Ik kom in een roes en vergeet alles om me heen. Van mijn oma die me aanmoedigt, bekers water die me aangereikt worden en zelfs de uitgestoken handjes van overenthousiaste kinderen gaan aan me voorbij. De kuiten van de loper voor mij werken zoals een rode lap op een stier tijdens de stierrennen in Pamplona. In deze metafoor ben ik inderdaad de stier, is Pamplona Horst en worden er geen mensen aangevallen, maar persoonlijke records. Een laatste eindsprint. Al kokhalzend kom ik over de finishlijn en probeer ik de afgelopen twintig minuten te verwerken. Gewoon de bank op, mezelf in een wollen deken hullen en twee pantoffels onder binden en ik had dit zowaar niet mee hoeven maken. Maar ik moet toegeven, die zak chips en ook dat koekje, smaken duizend keer beter na een intensieve activiteit. Want ik ga even eerlijk zijn; ik houd eigenlijk wel van het gevoel ná het hardlopen.

Tekst: Casper Keijsers