Toddezèk stoppen ermee, maar muziek zal nog decennialang klinken

19 apr 2023, 11:39 Algemeen
Suzanne Coppers-Verhappen
Afbeelding

Na 22 seizoenen stopt zangtrio De Toddezèk er na de vastelaovend van 2024 mee. De cirkel is rond, de pakjes worden opgeborgen. Eén van de succesvolste carnavalsformaties uit Noord-Limburg - de mannen uit Grubbenvorst wisten liefst drie keer het Limburgs Vastelaovesleedjes Konkoer (LVK) te winnen - mag dan wel stoppen, maar van opheffen is allerminst sprake. “Het actief optreden met Toddezèk eindigt op Aswoensdag volgend jaar, maar we zijn elkaar nog lang niet moe.”

De honderden reacties die via sociale media binnenkwamen na de aankondiging van het trio uit Grubbenvorst, zijn veelzeggend. ‘Begrijpelijk, maar erg jammer. Het is nog altijd erg goed wat jullie doen’, schrijft iemand. ‘We gaan jullie ontzettend missen’, reageert een ander. Het streelt de ego’s van Twan Relouw en de broers René en Geert Verschueren, die na de carnaval van 2024 net als hun fans zullen moeten wennen aan een nieuw hoofdstuk in hun leven. “Het was 22 seizoenen lang volle bak, met zestig tot tachtig optredens tussen de 11e van de 11e en Aswoensdag. Onze shows zijn energiek, daar staan we om bekend. We stuiteren alle kanten op. Dat ging op zich nog prima, maar we merken wel dat het een grotere aanslag op ons lichaam wordt. Op carnavalsdinsdag hadden we het gevoel een marathon gelopen te hebben”, vertelt René. “We willen niet op de automatische piloot ons repertoire afwerken, dat moment zijn we op deze manier voor. Die energie tijdens onze optredens zijn deel van wie De Toddezèk zijn”, vult broer Geert aan.

Heej bliëf ik plekke 

Een complete generatie vastelaovendvierders groeide de afgelopen twee decennia op met teksten als ‘heej bliëf ik plekke’, ‘ik gaon ni miër, ni miër, ni miër, mâr ok ni minder’ en ‘wao zien die hendjes, ik bin ze kwiét’. Ze komen uit de drie liedjes waarmee De Toddezèk achtereenvolgens in 2007, 2009 en 2014 het LVK wisten te winnen. Het absolute summum voor carnavalsartiesten. “De eerste twee keer waren schitterend, maar de derde denk ik het speciaalste”, blikt René terug. “Dat was in ons eigen Grubbenvorst. Een thuiswedstrijd die we wisten te winnen. Veel mooier wordt het niet.” Of de nummers van toen nu nog een gooi zouden doen naar het ereschavot, is koffiedik kijken. Liedjes zijn sneller en bombastischer geworden dan pak ‘m beet tien à twintig jaar geleden. “Wij waren onze tijd misschien zelfs een beetje vooruit”, stelt Geert. “Je merkt dat vastelaovendmuziek verandert. Het tempo van de liedjes is anders. Wij brachten met ‘ketse’ in 2012 al een nummer dat nu gegarandeerd goed zou scoren.” Het maakt de muziek van De Toddezèk tijdloos. “Wij stoppen, maar onze muziek blijft waarschijnlijk nog lange tijd te horen tijdens de toekomstige vieringen van de vastelaovend. Dat is misschien wel het grootste compliment”, zegt René.

Nog één keer alles geven

De komende maanden laadt het drietal zich nog één keertje op om een paar maanden lang alles te geven. “Al houden we de zondag tijdens carnaval dit keer vrij”, vertelt Geert. “De agenda loopt wel al gestaag vol, dus uiteindelijk zullen het toch wel weer een optreden of zestig worden”, vult zijn broer hem aan. Hoe de maanden tussen 11 november en Aswoensdag vanaf 2025 gevuld worden, is nog eventjes de vraag. “In totaal ben ik ruim 35 jaar met de carnaval van huis geweest, waarvan de laatste 22 met De Toddezèk. Ik kan nu natuurlijk niet opeens thuis gaan zitten. Daar weten ze niet wat ze overkomt”, lacht Twan. “Zonder gekheid, we hebben alle drie een baan waarbij we vijf dagen werken. Het kost veel energie en het is fysiek wat minder vanzelfsprekend dan in de beginjaren. Daarom hebben we de koppen bij elkaar gestoken met de vraag ‘wat doen we ermee’. Ook omdat er al aanvragen binnenkwamen voor de komende seizoenen en onze manager Lilian (de vrouw van René, red.) de mensen graag duidelijkheid wilde geven”, vertelt hij. “Er kwamen een aantal zaken samen waardoor dit als een goed moment voelt”, voegt René toe. “En kijk eens wat we gedaan en meegemaakt hebben de afgelopen 22 jaar, dat pakt niemand ons meer af.” Want dat er veel gelachen werd tijdens de vele tripjes en optredens door de hele provincie, staat als een paal boven water. “We waren elkaar nog lang niet moe. Allesbehalve zelfs”, zegt Twan.

Een seizoenshuwelijk

Van feestzaal naar gemeenschapshuis en van herenzitting naar prinsenreceptie: ze gaan het ongetwijfeld missen geeft het drietal grif toe. “Zonder twijfel. Vooral het onder de mensen zijn. We zorgen altijd voor een ruime planning tijdens optredens, zodat we ook een praatje kunnen maken. Dat wordt gewaardeerd”, zegt Geert. “En het plezier dat we hadden. De kick van een optreden en de aandacht die je krijgt. Allemaal factoren die we enorm waarderen”, voegt Twan toe. “We gaan elkaar na komend seizoen een stuk minder intensief zien. Soms leek het wel een seizoenshuwelijk, zoveel waren we samen op pad”, lacht Geert. Maar als het dat was, dan was het in ieder geval een gelukkig huwelijk. Eentje waarbij onderlinge onenigheden op de vingers van één hand te tellen zijn. “Het was een trein die op de rails werd gezet en vanzelf begon te rijden. Ieder had z’n eigen rol en we wisten wat we aan elkaar hadden”, zegt René.

Vooruitblikken

De canon van het Limburgse vastelaovendslied werd door De Toddezèk niet enkel aangevuld met de drie nummers waarmee ze het LVK wisten te winnen.

Het repertoire bestaat uit tal van meezingers, die steevast goed worden ontvangen. Of daar nog nieuw materiaal bij komt, is nog eventjes de vraag. “We sluiten in ieder geval niets uit”, begint René. “Ik ga gewoon kijken of me iets invalt de komende periode. Als dat zo is, dan komt er een nieuw liedje.” Dat wordt dan een nummer waarmee ze nog één seizoen op de planken zullen staan. Daarna is het mooi geweest, zelfs nu uit de honderden reacties nogmaals blijkt hoe geliefd het drietal nog altijd is. “Ik las dat wij een zekerheidje zijn op ieder feest. Boek je de Toddezèk, dan staat de tent op de kop. Dat is mooi om te lezen”, geeft Geert toe. “Als we over twintig jaar nog steeds gedraaid worden, dan mogen we wat mij betreft nog trotser zijn op wat hebben neergezet”, voegt Twan toe. “En anders beginnen we dan gewoon weer met optreden.”