Aad van ‘t Hof uit Horst

4 mei 2023, 09:05 Geplukt
Afbeelding

Aad was altijd een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken, zo zegt hij zelf. Tot hij een baan vond bij de Rotterdamse politie, althans. Daar hield de geboren en getogen Vlaardinger het liefst veertig jaar vol. Hij kende er de lichtste, maar zeker ook de donkerste dagen uit zijn leven, met PTSS tot gevolg. Tijdens de coronaperiode hakte hij samen met zijn vrouw de knoop door en verhuisde hij naar de rust van Horst, waar hij zelfs tijd vond om een jeugdboek te schrijven. Deze week wordt Aad van ’t Hof (65) uit Horst geplukt.

Voor Aad is het tegenwoordig iedere dag zaterdag, iets dat vroeger wel anders was. “We hebben best wel wat armoede gekend. Het was wat het was, maar ik ben altijd gelukkig geweest. Een jeugd met heuvels en dalen, maar ik zou het zo weer overdoen”, vertelt Aad over zijn jeugdjaren in Vlaardingen. “Mijn vader was chef timmerwerkplaats bij de Koninklijke Shell. Toen die werkgever op een gegeven moment een hele woonwijk liet bouwen voor de werknemers, maakten we als gezin een enorme sprong voorwaarts. Opeens hadden we een tuin. En zelfs een douche. Nou nou, dat was wat hoor.”

Dans- en zwemdiploma’s

Aad excelleerde als tiener niet echt op school, vertelt hij. “Als je uit een gezin zoals het mijne komt, dan werd er thuis niet eventjes overlegd over welke opleiding je zou gaan volgen. Iedereen in de familie had een ambacht geleerd, dus ik ging als vanzelfsprekend ook naar de lagere technische school (lts). Daar bleek mijn passie niet te liggen. Een halfjaar voor mijn eindexamen was ik afgestudeerd, zeg maar. Daarna volgde een periode van twaalf ambachten en dertien ongelukken”, lacht hij. 

Aad vond een baan als technisch specialist bij het leger. Dat beviel prima, maar die functie werd al snel weggesaneerd. Na nog een paar tussenstops, meldde Aad zich op een kennismakingsdag bij de politie van Rotterdam. “Na een halve dag daar gezeten te hebben, liep ik naar de korpschef van dienst en bedankte ik hem voor de moeite. Ik had genoeg gehoord. Aan de toelatingseisen, waaronder minimaal een havo-diploma, kon ik niet voldoen. Ik had het gevoel dat ik m’n tijd zat te verdoen, want met alleen dans- en zwemdiploma’s op zak, leek dat niets te gaan worden.” Daar dacht de chef van dienst echter anders over. “’Zie het maar als een indicatie in plaats van harde eisen’, zei hij. Ik bleef en de rest is historie. Ik werd aangenomen en ben veertig jaar in dienst geweest bij de Rotterdamse politie.”

Kotter

Het werd een periode met hoge pieken en diepe dalen. “In die veertig jaar heb ik tranen gelachen, maar ook de donkerste dagen uit mijn leven meegemaakt.” Aad begon als agent, werd vervolgens brigadier en zwaaide af met een inspecteurssalaris. Op z’n 47e haalde hij alsnog zijn hbo-diploma. “Dat is geen aanrader”, vertelt hij. “Maar ik heb altijd geprobeerd om me ook buiten het politiewerk om te blijven ontwikkelen. Met een vriend kocht ik een kotter van 20 meter. Die zouden we klaarmaken voor een wereldreis. Dat plan werd al snel bijgesteld. Het moest een charterboot worden op de Noordzee, om te zeevissen en te duiken. Na jaren van opknappen ging ook dat plan van tafel en werd de boot verkocht.” Ook een duikschool, die Aad met twee vrienden in 1990 naast zijn politiewerk begon, leverde uiteindelijk weinig op. “Maar ondernemend ben ik altijd geweest.” De hang naar het water bleef altijd. “Aan mijn moeders kant van de familie zijn het allemaal vissers. Dat zit toch in het bloed blijkbaar.”

PTSS

De donkerste dagen uit z’n leven, waar Aad het tijdens het terugblikken op zijn carrière binnen de politie over heeft, bleken uiteindelijk de nodige gevolgen voor hem te hebben. In detail treden doet hij liever niet, dat roept nog altijd teveel herinneringen op. “De eerste 19 jaar werkte ik bij de spoorwegpolitie, je kunt je voorstellen dat je dan dingen ziet, die je nooit meer vergeet.” Ook in het vervolg waren er momenten genoeg waarop hij graag de tijd even terug zou willen draaien, om de beelden in z’n geheugen te wissen. “Vooral zaken met kinderen hebben me altijd enorm aangegrepen.” 

Een psycholoog stelde vast dat Aad tijdens zijn politiewerk liefst 26 trauma’s opliep, waarvan er 5 zijn blijven hangen. De diagnose luidde posttraumatische stressstoornis (PTSS). Na veertig dienstjaren zwaaide hij vervolgens noodgedwongen vervroegd af bij de politie. “En sindsdien is het iedere dag zaterdag”, zegt hij met een lach.

Klap op je muil

Want hoewel Aad veel leed zag, is hij altijd blijven lachen. Met zijn Rotterdamse tongval, scherpe opmerkingen en een recht-voor-zijn-raapmentaliteit, helpt ook zijn humor een beetje bij de verwerking. Samen met zijn vrouw, met wie hij al bijna vijftig jaar samen is, gooide hij het in de coronaperiode over een andere boeg. Vlaardingen werd vaarwel gezegd en een verhuizing naar Horst volgde. Nogal een omslag. “Mijn schoondochter komt uit America, en is hier gaan wonen met onze zoon.” Het bevalt Aad meer dan uitstekend in de vrijstaande woning, die hij samen met een aannemer volledig renoveerde.

Het verschil is evenwel groot: van een appartementencomplex met uitzicht op andere appartementencomplexen, snelwegen en loeiende sirenes, naar een vrijstaande woning, rennende paarden en een diepe, groene achtertuin. “Ik kom uit een deel van het land waar de gemeenschap harder kan zijn dan hier. Hier zijn de mensen in mijn beleving zachter, vriendelijker en minder gehaast. In het Westen kun je bij iedere kruising een klap op je muil krijgen, bij wijze van spreken. Dat is de laatste jaren alleen maar erger geworden heb ik het idee.”

Gestreeld ego

Van het vertrek van de drukte in de Randstad, naar de relatieve rust in Horst, heeft hij geen seconde spijt gehad. Wonend dicht bij zijn zoon en twee kleinkinderen, geniet Aad zoveel mogelijk van het leven. Sterker nog, hij waagde zich aan het schrijven van zijn eerste eigen boek. Daarmee werd een nieuwe passie geboren, vertelt Aad. 

“Oorlogsgoud op Texel is een boek over vier jongens uit Vlaardingen, hoe kan het ook anders, die samen de laatste vakantie vieren voordat ze naar de middelbare school gaan. Een avonturenboek, waarin de vier hoofdpersonen betrokken raken bij de jacht op een nazischat, waarbij diefstal, intrige en zelfs moord een rol spelen”, vertelt hij enthousiast. “In drie maanden was het klaar. De kans is groot dat het niet bij één boek blijft. Ik heb er enorm veel plezier aan beleefd, en ook de uitgever was laaiend enthousiast. Dat streelde mijn ego behoorlijk”, lacht hij.

Bootje varen

Dat vervolg zal wel nog eventjes op zich laten wachten. Aad en zijn vrouw bezitten een bootje, en hij kan niet wachten om het water weer op te gaan. “Een paar maanden aan een stuk, heerlijk is dat. De winter vind ik maar niets. Ik ga er graag uit met mijn motor. Ook vinden we het heerlijk om terrasjes te pikken en in de zomerperiode gaan we lekker varen met ons bootje.” Aad geniet weer van het leven.

De psychologen hebben hem enorm geholpen met de verwerking van zijn trauma’s. Mede dat zorgt ervoor dat het tegenwoordig iedere dag zaterdag is.