Jan van Helden uit Horst

16 feb 2023, 10:37 Geplukt
Afbeelding

Zoek ‘honkvast’ op in de Dikke Van Dale en de kans is groot dat Jan van Helden in de definitie wordt genoemd. Hij werkte meer dan veertig jaar voor dezelfde werkgever, is komend voorjaar 56 jaar gelukkig getrouwd met jeugdliefde Nel én werd onlangs benoemd als erelid van D’n Dreumel voor zijn jarenlange inzet op diverse fronten binnen de carnavalsvereniging. Deze week wordt Jan van Helden (82) uit Horst geplukt. 

Carnavalsvereniging D’n Dreumel heeft een bijzondere plek in het hart van Jan. En andersom geldt dat net zo. Die liefde werd enkele maanden geleden nog maar eens bevestigd, toen de Horster familieman werd benoemd als erelid. Een bijzonder en emotioneel moment voor Jan, die in de nazomer van 1940 werd geboren in Hegelsom. “Als de middelste in een gezin met tien kinderen. Daar zijn er helaas nog slechts vier van over. Sinds 2019 zijn we veel familieleden verloren. Dat is zonder twijfel de minst leuke kant aan het ouder worden.”

Gruwelijke hekel

Zelf is Jan, zeker gezien zijn leeftijd, nog behoorlijk kwiek. Of het feit dat hij op zijn 59e al met pensioen kon daar iets mee te maken heeft, weet hij niet. Dat hij al een leven lang zo’n 8.000 kilometer per jaar fietst, zal daar ongetwijfeld wél debet aan zijn. “Leren was niets voor mij. Of beter gezegd: daar had ik een gruwelijke hekel aan. De lagere school heb ik afgemaakt, maar daarna vond ik het al gauw mooi geweest. Op mijn 14e ben ik gaan werken bij een tuinder in Meterik. Na vijf jaar kreeg ik via via te horen dat ik bij de ZON veiling in Venlo kon beginnen. Op een maandag in de zomer van 1959 ben ik die kant op gefietst, om er uiteindelijk tot aan mijn pensioen te blijven.” Dat pensioen volgde tijdens het millennium. “Er was een regeling dat je na het volbrengen van veertig dienstjaren mocht stoppen. Er werkten zo’n vijfhonderd mensen op de veiling, maar ik ben de enige die aansprak heeft gemaakt op die regeling”, lacht Jan. Echt uitkijken naar zijn pensioen deed hij echter niet. “Ik heb er met ontzettend veel plezier gewerkt, met een geweldige groep collega’s. Zowel de heen- als terugweg zat ik fluitend op de fiets. Ze hoorden me al van verre aankomen.”

Op de fiets

Waar Jan 41 jaar lang bij dezelfde werkgever bleef, bleek hij ook qua vervoersmiddel graag bij het vertrouwde te blijven. “Een rijbewijs heb ik nooit gehaald. Eerlijk gezegd ook nooit behoefte aan gehad. Toen ik nog niet zo lang op de veiling werkte, werd me aangeboden het papiertje op kosten van de werkgever te halen, maar dan moest ik direct een contract voor vijf jaar ondertekenen. Ik heb gezegd dat ik die vijf jaar waarschijnlijk niet vol zou maken. Wist ik veel dat het er 41 zouden worden.” Het ontbreken van een rijbewijs wil overigens niet zeggen dat Jan een modderfiguur slaat op gemotoriseerde voertuigen. “Op de veiling begon ik als heftruckchauffeur. Ik kon lezen en schrijven op dat ding. We zijn eens met drie collega’s naar Aalsmeer gegaan, waar een Nederlands Kampioenschap heftruckrijden werd georganiseerd. Als veiling werden we uitgenodigd om met een afvaardiging deel te nemen. Uiteindelijk werden we daar tweede, net achter het team van KLM. Zonde, want die werden uitgezonden naar het wereldkampioenschap.” 

Jan vertelt het met een grote grijns op het gelaat. Werken was dan ook allesbehalve een noodzakelijk kwaad voor hem. “Ik moest er in 2000 uit, had niet echt een keus. Doorwerken kon, maar dat zou vooral gunstig zijn voor de belastingdienst. Na mijn pensioen ben ik nog wel een aantal zomers teruggegaan om een handje te helpen op de veiling.”

Jeugdliefde

Hoewel Jan tijdens zijn werkzame leven iedere ochtend vrolijk op zijn fiets stapte om richting Venlo te trappen, ging hij ook fluitend op pad voor de terugweg, wetende dat er thuis een warm nest op hem wachtte. In 1967 vestigde hij zich samen met vrouw Nel in Horst. “Ik ontmoette haar tijdens carnaval, hoe kan het ook anders. Zij was 15, ik 19. Na zeven jaar zijn we getrouwd. Je mag best stellen dat Nel mijn jeugdliefde is.” Samen kregen ze drie kinderen: twee zonen en een dochter. Zij maakten Jan en Nel op hun beurt de trotse grootouders van zeven kleinkinderen. “Al is ‘klein’ niet meer de juiste term. De oudste is alweer 29 inmiddels. Ze zijn allemaal gezond, dat is de grootste rijkdom die bestaat.”

Andere grote liefde

Ze waren er allemaal bij, afgelopen november toen Jan werd benoemd als erelid van ‘zijn’ Dreumel. “Toen ik met Nel op de bühne stond, zag ik ze allemaal staan achter in de zaal. Dat doet iets met je”, vertelt hij met een twinkeling in zijn ogen. “D’n Dreumel zit in mijn hart. Net als mijn kinderen en kleinkinderen.” Het vervult Jan dan ook met trots dat hij zijn liefde voor de Horster carnavalsvereniging heeft weten over te brengen op de volgende generatie. “Mijn zoon Roland is inmiddels vijftien jaar ceremoniemeester. Een rol die hij geweldig invult, naar mijn mening. Het absolute hoogtepunt kwam in 2017, toen onze zoon Patrick werd uitgeroepen als prins. Prachtig dat beide zonen dat jaar een prominente rol hadden in de Horster carnaval. Als vader zat ik nietsvermoedend in de zaal. Sterker nog: de omroep interviewde aanwezigen, en ook ik kreeg de microfoon onder mijn neus. Op de vraag wie er prins zou worden antwoordde ik gekscherend: ‘ik denk onze Patrick, want die heeft de hele garage vol bier staan’. Nel zat thuis radio te luisteren en dacht ‘daar heb je Jan weer met zijn grappen’. Dat was ook zo, maar even later werd hij écht de nieuwe Dreumelprins. Zoiets vergeet je nooit meer.” Het werd een bijzonder jaar voor het carnavalsgezin, waar ieder jaar steevast wordt uitgekeken naar de vastelaovend.

Verenigingsman

In ieder geval door Jan. “Nel heeft het virus iets minder te pakken, maar samen hebben we talloze mooie carnavalsmomenten mogen beleven. Het begon allemaal met de Raad van Elf.” Daar maakte Jan liefst veertien jaar onderdeel van uit. “In het jaar dat volgde, heb ik samen met vijf anderen de bouwcommissie opgericht. Inmiddels bestaat deze uit zo’n twintig personen. We kleden de hallen aan in aanloop naar evenementen en zorgen dat alles weer opgeruimd wordt. Ook ben ik lid van de kassacommissie en ben ik beheerder van D’n DOP, het onderkomen van de carnavalsvereniging. Verder heb ik jarenlang fietstochten georganiseerd onder de vlag van D’n Dreumel. Die organisatie is inmiddels overgenomen door Patrick en Roland, samen met een kameraad van die twee. Ik vroeg ze om het stokje over te nemen, en zij trapten erin”, vertelt Jan lachend. 

De verenigingsman bij uitstek was ook onderdeel van de versiercommissie, die zorgde voor de gevelversiering thuis bij de prins. Wie niet beter weet, zou denken dat het vrijwel al zijn vrije tijd opslokt. “Welnee, ik ga trouw voetbal kijken bij Wittenhorst en bij voetbal- en handbalwedstrijden van de kleinkinderen. Voor de hele familie maak ik grote pannen soep, die we gezamenlijk eten. Dat zijn schitterende momenten. Ik pak ook regelmatig de keu in de hand om te biljarten en fiets nog altijd ieder jaar duizenden kilometers.” In deze periode staat het allemaal op een iets lager pitje. Het carnavalsseizoen is immers in volle gang. Daar is niet alleen Jan druk mee, maar ook zijn nazaten. “Het maakt me bijzonder trots dat ook zij actief zijn binnen de vereniging. Een aantal kleinkinderen pakken nu ook rollen op binnen de vereniging. Daar waar ik mijn hart heb liggen, mooier kan niet.” Dat Jan zijn hart verpand heeft aan D’n Dreumel mag duidelijk zijn.